CNG

Het klimaatvriendelijke alternatief voor diesel en benzine is in heel Europa in opmars. In Duitsland kunnen klanten bij ongeveer 900 aardgastankstations tanken. Er zijn ongeveer 2.600 aardgastankstations in heel Europa. De koploper voor CNG-tankstations is Noord-Italië. Daarnaast investeren Oostenrijk, Zweden, België, Nederland en Tsjechië in aardgasmobiliteit. Voor het ontwerp van het Europese CNG-brandstofnet is uitgegaan van een EU-aanbeveling voor een maximumafstand van 150 kilometer tussen stations.

Aardgasbrandstof wordt vaak gecombineerd met vloeibaar petroleumgas (LPG). Wat is het verschil tussen deze brandstoffen? Terwijl CNG uit methaan bestaat, zijn propaan en butaan de bestanddelen van LPG. Bovendien is LPG een vloeibaar gas, terwijl CNG gasvormig in een tank wordt opgeslagen. Beide gassen zijn geschikt voor bivalent gebruik, d.w.z. dat zij brandstoffen op oliebasis ondersteunen. Monovalente voertuigen die uitsluitend op gas rijden, zijn zeldzaam.
Een ander verschil tussen aardgas en LPG is dat LPG zwaarder is dan lucht en samenstroomt op de grond wanneer het ontsnapt. Daarom worden auto's die op LPG rijden vaak niet toegelaten in openbare ondergrondse parkeergarages voor vrachtwagens. CNG-voertuigen daarentegen worden behandeld als benzinevoertuigen en kunnen zonder beperkingen gebruikmaken van parkeergarages voor vrachtwagens. En zeker niet het geringste voordeel: de calorische waarde van CNG is bijna twee keer zo hoog als die van LPG.

Ecologisch aan te bevelen

Aardgas is een natuurlijke grondstof die wordt gewonnen, terwijl het propaan-butaanmengsel een bijproduct is van de aardoliewinning. Hernieuwbare LPG bestaat dus niet op commerciële schaal, terwijl in het geval van aardgas de bijmenging van met name biomethaan ecologisch interessant is. Met een bijmenging van 20% biogas stoot een aardgasvoertuig tot 35% minder CO2 uit dan een benzinemotor. Het methaan dat hiervoor nodig is, wordt geproduceerd in gasgestookte elektriciteitscentrales.